Sectorvisie: Overnamestrijd in installatiebranche

Wietze Willem Mulder
Wietze Willem Mulder, Brookz
17 december 2024
In de installatiebranche woedt al jaren een overnamestrijd. Gedreven door de honger van grote bedrijven en investeerders naar schaalvergroting.
header image

In de installatiebranche woedt al jaren een overnamestrijd. Gedreven door de honger van grote bedrijven en investeerders naar schaalvergroting, maar ook door de zoektocht van verkopende ondernemers naar aansluiting. ‘Het is voor kleinere bedrijven een uitdaging om bij te blijven met alle marktontwikkelingen.’

De installatiebranche vormt de ruggengraat van de bouw- en energiesector en speelt een sleutelrol in de verduurzaming van de samenleving. Of het nu gaat om woningen, kantoren, ziekenhuizen, fabrieken of infrastructuren zoals bruggen en tunnels, installateurs en technisch dienstverleners zorgen ervoor dat de technische systemen die essentieel zijn voor het functioneren van deze gebou- wen en infrastructuren veilig, betrouwbaar en duurzaam zijn.

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er in het vierde kwartaal van 2024 ruim 41 duizend bedrijven actief in de installatiesector. En branchevereniging Techniek Nederland raamt dat er ongeveer 173 duizend werkenden in de sector zijn, waaronder 5.900 directeur-grootaandeelhouders. Met een totale omzet van 28,7 miljard euro is de installatiebranche een cruciaal onderdeel van de Nederlandse economie.

‘De installateurs binnen onze vereniging ontwerpen, leveren, installeren en onderhouden technische installaties binnen woningbouw, utiliteitsbouw, industrie en infrastructuur. De leden richten zich daarbij op klimaat-, koel-, elektro- en sanitairtechniek’, somt Rolf Duindam, adviseur Management en Ondernemerschap bij Techniek Nederland, op. ‘Van woningbouw tot utiliteitsbouw en van industrie tot infrastructurele sector, overal zorgen onze leden voor de slimme techniek waar Nederland op draait.’

Overnamegolf

De installatiebranche heeft in de afgelopen jaren een aanzienlijke toename gezien in het aantal overnames en fusies. Dit fenomeen wordt gedreven door verschillende factoren, waaronder de noodzaak om te groeien, schaalvoordelen te realiseren en technologische expertise in huis te halen. Veel kleinere en middelgrote installatiebedrijven worden overgenomen door grotere spelers die hun marktaandeel willen vergroten of toegang willen krijgen tot specialistische kennis op het gebied van duurzame energie of slimme technologieën. Dit leidt tot een consolidatie van de markt, waarbij een handvol grote bedrijven steeds meer invloed krijgt.

Zo is VDK Groep (onderdeel van de Britse investeerder EMK) één van de meest actieve kopers. Dit installatiebedrijf heeft een jaaromzet van zo’n 800 miljoen euro en meer dan 3.000 werknemers. VDK Groep streeft ernaar om marktleider te worden in de Nederlandse installatiebranche en deed al meer dan 45 overnames tussen de periode 2019 en 2024. Ook Unica - gesteund door investeringsmaatschappij Triton - is een bekende speler op de overnamemarkt voor installatiebedrijven. Alleen al dit jaar was deze onderneming (843 miljoen euro omzet, ruim 4.000 werknemers) goed voor zes acquisities; en sinds de oprichting in 1933 staan er meer dan 370 overnames op de teller.

Grafiek installatiebranche

Ook Hoppenbrouwers is een veelkoper op de overnamemarkt. Dit is een technisch dienstverlener voor het ontwerpen, installeren en onderhouden van elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties en zijn zowel voor particulieren als voor bedrijven actief. Maar het grote verschil met andere spelers is dat dit Brabantse familiebedrijf het zonder de steun van private equity bolwerkt. Hoppenbrouwers - met een omzet van 350 miljoen euro en ongeveer 1.850 werknemers - financiert iedere acquisitie grotendeels uit eigen zak.

‘Bij ons kloppen er ook investeerders op de deur’, vertelt Bas Ceelen, directeur Overnames en Integratie bij Hoppenbrouwers. ‘Maar daar zeggen we vriendelijk ‘nee’ tegen. We zijn een echt familiebedrijf, met een langetermijnvisie en -missie. Wij willen in 2030 groeien naar landelijke dekking met een omzet van 1 miljard euro en 5.000 medewerkers. De groeistrategie richt zich onder andere op het openen van meerdere vestigingen. Hierbij is het uitgangspunt om ieder jaar tien procent autonoom te groeien en tien procent door middel van overnames.’

Groter, complexer, eerder

Een belangrijke drijfveer achter de consolidatieslag is de toenemende complexiteit van installaties. Installateurs moeten steeds meer kennis hebben van geavanceerde technologieën, zoals warmtepompen, zonne-energie en energieopslagtechnieken. Grotere bedrijven kunnen deze uitdagingen gemakkelijker aan dan kleinere spelers, omdat zij de middelen hebben om te investeren in opleiding, innovatie en nieuwe technologieën. Door kleinere bedrijven over te nemen, kunnen grotere ondernemingen hun dienstenaanbod uitbreiden en inspelen op de groeiende vraag naar duurzame en slimme installaties.

De wereld voor kleine en middelgrote installateurs wordt dus complexer en ontwikkelingen als digitalisering en de energietransitie dwingen ondernemers tot snelle keuzes over de continuïteit van hun bedrijf. Want met de huidige transitie naar duurzame energie en de verscherping van regelgeving omtrent CO2- uitstoot, staat de installatiebranche op een kruispunt van grote veranderingen. Tel daar ook nog de personeelskrapte bij op, wat een remmende werking heeft op de groei van een bedrijf.

Een keuze maakten Marcel Vittali en Karen Blanken, voormalig eigenaren van Elektrotechnisch Buro Marcel Vittali. Het duo verkocht hun bedrijf in september aan Hoppenbrouwers. ‘In de huidige markt is het voor kleinere organisaties een uitdaging om bij te blijven met marktontwikkelingen en alle wet- en regelgeving’, geeft Vittali als reden voor de bedrijfsverkoop. ‘Met de groeiende omvang van projecten en een beperkt aantal medewerkers, werd het steeds lastiger om aan de vraag te voldoen.’ De technische dienstverlener kiest bij dit soort acquisities voor een volledige overname en integratie, van koopfase en implementatie, van systemen en werkprocessen tot één merk- naam op alle busjes, werkkleding en gereedschap: Hoppenbrouwers.


Het uitgangspunt is om ieder jaar met tien procent autonoom en tien procent door overnames te groeien

Bas Ceelen, Hoppenbrouwers


In 2023 wisselden er volgens het CBS honderd installatietechniekbedrijven van eigenaar. En voor 2024 staan er - als we de lijn van de eerste drie kwartalen doortrekken - tussen de 150 en 200 fusies en overnames op stapel in de installatiebranche. Ceelen: ‘Je ziet wel dat de reden waarom ondernemers verkopen steeds meer verandert. Vroeger was dat vaak omdat er geen opvolger voorhanden was. Nu is het voortzetten van een bedrijf geen automatisme meer. Vooral de wat jongere ondernemers kiezen nu vaker voor zichzelf. Ze verkopen hun bedrijf veel eerder dan voorgaande generaties.’ Duindam valt hem bij: ‘Bij installatiebedrijven zit ook veel emotie. Het is niet ongewoon dat in deze branche het bedrijf van opa op vader op zoon is doorgegeven. Maar die familie-opvolging is geen vanzelfsprekendheid meer. Opvolging vanuit personeel is een oplossing die wij steeds vaker zien.’

Voorspellend onderhoud

Installatiebedrijven hebben het momenteel druk. De installatiebranche is voor opdrachten deels afhankelijk van nieuwbouw en verbouwingen in de bouwbranche. Nederland kreeg er in de eerste zes maanden van dit jaar 32.700 nieuwbouwwoningen bij, volgens het CBS. In dat tempo wordt het tekort aan zo’n 400.000 woningen de komende jaren nog niet opgelost en zal er volop bijgebouwd worden, mits de ruimte gevonden wordt.

Qua verbouwingen had de installatiesector z’n handen vol aan het verduurzamen van bestaande woningen. De energietransitie speelt hierbij een belangrijke rol. In 2030 moeten alle kantoorgebouwen energielabel A hebben, het meest zuinige label. Daarnaast heeft de Nederlandse overheid de ambitieuze doelstelling gesteld dat alle gebouwen in 2050 klimaatneutraal moeten zijn. Dit houdt in dat een gebouw net zoveel energie opwekt als het verbruikt. Installatiebedrijven moeten het kennisniveau en vaardigheden van hun personeel voortdurend updaten om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar duurzame oplossingen zoals zonnepanelen, warmtepompen, energieopslag en slimme netwerken. Waar vroeger vooral loodgieterswerk en elektra belangrijk waren, wordt er nu steeds meer verwacht dat installateurs kennis hebben van energiebeheer, isolatietechnieken en slimme technologieën.

Eén van de meest veelbelovende toepassingen van digitalisering in de installatiebranche is ‘predictive maintenance’, oftewel voorspellend onderhoud. Door middel van sensoren en datamonitoring kunnen installateurs op afstand de prestaties van installaties controleren en voorspellen wanneer onderhoud nodig is. Dit vermindert de kans op onverwachte storingen en bespaart tijd en kosten. Deze ontwikkeling biedt nieuwe kansen voor installatiebedrijven, maar vereist ook een omslag in de manier van werken. Traditioneel was de sector gericht op reactief onderhoud: pas ingrijpen wanneer er een probleem was. Met voorspellend onderhoud verschuift de focus naar preventie en optimalisatie.

Kabinet-Schoof

Na jaren van forse groei daalt het productievolume in de installatiebranche dit jaar met 0,7 procent. De terugval in de woningnieuwbouw en een dip in de utiliteitsbouw zijn de voornaamste oorzaken van de daling. Vanaf volgend jaar lijkt een licht herstel in te treden. Voor 2025 wordt een totale groei van 1,7 procent verwacht, in 2026 een groei van 2,4 procent. Die uitkomsten publiceerde Techniek Nederland op 16 juli, zo’n twee weken na de beëdiging van kabinet-Schoof. Of die groeicijfers haalbaar zijn voor de komende twee jaren, zal moeten blijken. Want met de nieuwe regering komt ook onzekerheid, ondanks de oprichting van een nieuw Ministerie van Klimaat en Groene Groei.

Een belangrijke wijziging is de afschaffing van de salderingsregeling voor zonnepanelen per 1 januari 2027, wat installateurs dwingt om zich voor te bereiden op een toekomst waarin con sumenten meer nadruk leggen op eigen energieverbruik in plaats van teruglevering aan het net. Dit zou kunnen leiden tot een grotere vraag naar oplossingen zoals thuisbatterijen en andere slimme energieopslagsystemen. Ook valt de verplichting om bij de vervanging van cv-ketels vanaf 2026 hybride warmtepompen te installeren, weg. Dit zorgt voor onzekerheid in de sector, omdat het nog onduidelijk is welke andere stimuli de overheid zal invoeren om de verduurzaming van verwarmingsoplossingen te bevorderen. Tevens wordt de subsidie op hybride warmtepompen met een klein vermogen vanaf volgend jaar verlaagd, terwijl de branche door de beleidsplannen van het vorige kabinet veel capaciteit heeft opgebouwd om aan de immense vraag te kunnen voldoen.

‘Het kabinet-Schoof zegt te kiezen voor groene groei, een combinatie tussen economische groei en een schoon milieu. Maar daar is nog weinig van te zien’, zegt Duindam. ‘Het verlagen van subsidies op warmtepompen is slecht nieuws voor bedrijven, slecht nieuws voor het klimaat en slecht nieuws voor de groene economie van de toekomst. Bedrijven die de komende jaren hard nodig zijn om de klimaatdoelstellingen te halen, dreigen nu harde klappen te krijgen. Terwijl ze een forse bijdrage leveren aan de energietransitie, een maatschappelijk belang.’

Clustering van bedrijven

Het gevolg van al deze ontwikkelingen zal een nog forsere consolidatieslag in de installatiebranche teweeg brengen. Daarnaast duiken private equity-partijen vaak op een versnipperde markt, wat de installatiebranche is met ruim 40.000 bedrijven. Want investeringsmaatschappijen zijn zeer geïnteresseerd in bedrijven die makkelijk schaalbaar zijn met terugkerende omzetstromen. Daarbij zal de opkomst van voorspellend onderhoud een nog grotere aantrekkingskracht op de installatiebranche door private equity krijgen, vanwege het recurring revenue-aspect op abonnementsbasis.

In de sector richten kleine installatiebedrijven zich op de particuliere markt en ondervinden daarbij vooral concurrentie van vergelijkbare, ongeveer even grote installatiebedrijven. Middelgrote installatiebedrijven richten zich voornamelijk op de bouwsector en hebben veel concurrentie, ook van bouwbedrijven die zelf installatiewerk doen. En grote installatiebedrijven richten zich voornamelijk op de utiliteitsbouw, industrie en infrasector.

Duindam voorziet een verdergaande clustering van deze drie categorieën. ‘Ik denk dat we toegaan naar meer een tweedeling, mede door het groter, complexer en kennisintensiever worden van opdrachten. Maar ook ingegeven door digitalisering en een steeds veranderende wet- en regelgeving. Ik verwacht dat middelgrote bedrijven steeds meer gaan behoren tot of de kleine of de grote bedrijven. Door het aanbrengen van meer focus op een bepaalde activiteit of niche of dat ze overgenomen worden door een groter installatiebedrijf.’

Jaarlijks bieden zo’n 40 tot 50 kleine en middelgrote bedrijven zich bij Hoppenbrouwers aan, waarbij ze heel selectief overnames doen. Een overnameprooi moet kwalitatieve meerwaarde bieden, zoals medewerkers, kennis, klanten, business unit, geografische ligging en moet binnen de cultuur- en familiewaarden passen. ‘We merken dat de overnamemarkt ook vaker wordt ingenomen door private equity-partijen’, legt Ceelen uit. ‘Maar wij bouwen gewoon door op onze langetermijnstrategie en willen vooral goed integre- ren en onze expertise uitbreiden. Wij zijn namelijk het bedrijf van de toekomst aan het bouwen, op weg naar die 1 miljard euro omzet.’ 


Je las een verhaal uit de nieuwe Brookz 500. Ben je benieuwd welke kansen en bedreigingen er nog meer voor ondernemers liggen op de overnamemarkt in 2025? Dan is de nieuwe editie met één druk op de knop te bestellen.

Geschreven door
Wietze Willem Mulder, Brookz

Wietze Willem Mulder is Manager Content bij Brookz. Hij studeerde journalistiek en schreef voor zakelijke titels als FEM Business, Sprout, De Ondernemer en Management Team. Tevens is hij co-auteur van de handboeken Hoe koop ik een bedrijf? en Hoe verkoop ik mijn bedrijf?.

Nieuwste verhalen